En de monnik schrijft, want
"schrijven met de hand was het doorgeven van heilige
woorden." Schrijven
betekende: een staat van genade bereiken. De (over)schrijver van heilige
teksten kon rekenen op een plaatsje in de hemel.
Veel
kopiisten hebben hun werk besloten met een persoonlijke noot. Ze
hoopten dat
ze door hun werk de eeuwige rust zouden bereiken, dat iedere letter
die
ze schreven
de vergeving mocht zijn van een van hun zonden, dat hun letterkundige
arbeid hen een plaatsje zou geven in "Het boek van het leven".
En … of hun gebeden verhoord werden! Sommige monniken vertellen
in hun boeken hoe het andere eenvoudige kopiisten
is vergaan, inclusief hun handen.
• Caesarius van Heisterbach vertelt hoe hij
een monnik heeft gekend in het klooster van Arinsburgh. Hij heette Richard
en was schrijver ("scriptor
quidam erat Richardus nomine"). Richard stierf, werd met
groot eerbetoon begraven, en toen na 20 jaar zijn graf geopend
werd, bleek zijn lichaam
geheel vergaan op de rechterhand na (manus ejus dextera), die
volledig en levendig ("integra et vivida") in de
tombe werd aangetroffen.
• De monnik Radulf schreef aan het eind van
zijn boek: "Zoveel letters,
zoveel regels, en zoveel punten als er in dit boek staan, zoveel
zonden zijn mij nu reeds vergeven."
•Drie vingers van de Schotse schrijfmonnik
Marianus, die linkshandig was, straalden licht uit,
zodat hij ook na zonsondergang kon doorschrijven.
• De meest complete legende is die van Theodoric,
de abt van het klooster in Couche en in zijn dagen een beroemd kalligraaf.
Hij was chef van een
scriptorium: onder zijn gezag schreven monniken vele heilige
boeken af. Theodoric deed ook aan kwaliteitscontrole en hij hield functioneringsgesprekken
met zijn kopiisten. Hij deelde wat straf uit als ze een boek
hadden laten vallen, hij wees hen op hun fouten, en altijd herinnerde hij
hen eraan dat
het overschrijven van heilige boeken regelrecht tot het Paradijs
leidde, de beste pensioenregeling die je in die tijd kon hebben. Ging
het echt slecht met zijn kopiist, dan vertelde Theodoric de volgende legende
legende. "Ik
heb ooit een afschrijver gekend, die in zonde leefde voordat
hij bij mij in dienst kwam. Hij had zijn leven gebeterd en was als afschrijver
zo grondig
te werk gegaan dat hij aan de inspanningen overleden was.
De duivel verscheen en begon de ziel van de dode op te eisen door al zijn
zonden
in herinnering
te brengen. Toen, bewaar me, verscheen Maria, en die maakte
een rekensommetje. Voor iedere zonde telde zij een letter, die door de monnik
was
overgeschreven
uit de heilige boeken. Uiteindelijk sloeg de balans door
in zijn voordeel: hij had één heilige letter meer geschreven
dan hij vele zonden bedreven had." Una sola littera numerum peccatorum
excessit.
• De schrijver van de Codex Gigas had zich
voorgenomen om in één
nacht het grootste boek ter wereld te schrijven. Om middernacht
merkte hij dat dit alleen kon lukken met behulp van Satan. Hij verkocht zijn
boek
aan de duivel, maar niet zijn ziel. Toen de duivel hem op
zijn sterfbed kwam opeisen voor het hellevuur, kwam Maria hem te hulp: de monnik
ging
regelrecht naar de hemel. Als je dit niet gelooft moet je maar
eens de afbeelding hiervan bekijken in de Codex Gigas – een gigantisch
boek van bijna één meter hoog. Daarin
is een volledige pagina gereserveerd
voor
een kleurrijke afbeelding van de duivel. Hij wordt afgebeeld
met
acht
vingers, die hij alle acht omhoog steekt. Uit wanhoop!